Blog over leiderschap

Meer dan een ambacht

Leiderschap is in bepaalde opzichten net iets meer dan een gewoon ambacht. Hetis net als bij een kunstschilder. De bron waaruit je put, de grenzen (normen) van je onderwerpskeuze én de gerichtheid van het effect van je ambacht (de manier waarop je kijkt), kunnen zeer verschillend zijn.

Je kunt het ook iets zakelijker zeggen. Voor elk mens bestaat leven en werken uit een drieslag: je identiteit, je overtuigingen en je vaardigheden.  Juist de manierwaarop die drie kenmerken op elkaar inwerken, maakt het christelijk leiderschap anders dan gewoon leiderschap.

Want christelijk leiderschap komt pas in beweging als God dat aangeeft. Het laat zich aanspreken en leiden door Jezus Christus als Koning en Heer en Gods Geest als ‘de Gids’. We kunnen met ons natuurlijke leiderschap, ook al zijn we christen, God flink voor de voeten lopen. Want hoe weten we zeker dat we niet met onze menselijke ambitie aanhet werk zijn?

Daarom is het goed om voor het onderwerp christelijk leiderschap een niveau dieper te kijken, naar de manier waarop identiteit en overtuigingen doorwerken op devaardigheden.

Het belangrijkste onderscheid tussen seculier en christelijk leiderschap heeft te maken met de identiteit van degene die leiding geeft. Het feit dat je een kind van God bent, maakt je iemand anders. Je leeft vanuit die identiteit en je laat je leiden door de verzegeling van die identiteit, Gods heilige Geest. Ik weet dat dit nogal evangelisch jargon is, maar zo zegt de Bijbel het ook in 2 Korintiërs 1:22.

Uit die identiteit worden je overtuigingen (mede) geboren. Je identiteit en je overtuigingen geven richting aan je vaardigheden. Ze bepalen het doel, de motivatie en de manier waarop je die vaardigheden gebruikt.

Gods keuze voor David: vijf kenmerken

Een stuk uit de Bijbel dat me vanaf het begin heeft geraakt over het onderwerp leiderschap is Psalm 78. De psalm is een leerdicht van Asaf, die Gods handelen met zijn volk in de geschiedenis als lesmateriaal voor ‘nu’ lijkt te presenteren. Deze psalm laat ons ook zien wat God belangrijk vindt in een leider. Vanaf vers 70 vertelt Asaf hoe God David heeft gekozen.

‘Hij verkoos David, zijn knecht, en nam hem weg van de schaapskooien; van achter de zogende schapen haalde Hij hem, om Jakob, zijn volk, te weiden, en Israël, zijn erfdeel. Deze weidde hen naar de oprechtheid van zijn hart, en leidde hen met kundige hand’ (NBG ’51).

In dit bijbelgedeelte zie je een aantal prachtige kenmerken van Gods kijk op leiderschap.We zien hier wat Hij in leiders zoekt en welke eisen Hij stelt. Volgens mij gelden deze kenmerken ook vandaag nog als een christen tot leiderschap wordt geroepen.

Het hart

God kiest iemand die al langer zijn knecht is geweest. Iemand wiens hart al heellang (vooral ook in de stilte) op God gericht was, waarschijnlijk al als kind of tiener. Hoe belangrijk dat is, kunnen we leren als de oude (zeer godvrezende) profeet Samuël een opvolger voor Saul moet gaan zalven (1 Sam. 16). Hij vergist zich, omdat hij verkeerd kijkt. Samuël ziet de zonen van Isaï en beoordeelt blijkbaar vooral de zichtbare kwaliteiten van die zonen. Samuël was niet de eerste de beste. Hij was een oude, ervaren profeet die al heel lang met God leefde. Hij denkt dat ‘deze hem wel zal zijn’ als hij Eliab, de oudste zoon ziet. Dan krijgt hij van God een belangrijke les die wij ons ook ter harte moeten nemen. God zegt tegen Samuël dat hij als mens geneigd is om te kijken naar wat voor ogen is (gestalte, kwaliteiten, etc.), maar dat God naar het hart kijkt (1 Sam. 16:7). Wij zullen dezelfde fouten maken, zelfs als we al heel lang christen zijn. Op het moment dat we ons dit bewust zijn en als we onze onmacht aan God voorleggen, dan gaat Hij ons helpen. De belangrijkste les is echter dat we leren hoe God ‘kijkt’ naar leiderschap. Hij zoekt naar het hart!

Relatie

David had een zeer ‘onlogische’ opleiding gehad in de barre werkelijkheid op een onaantrekkelijke plek, ver van de spotlights of de business scholen. Daar had hij een relatie met God opgebouwd, in kleine dingen geleerd wat afhankelijkheid is, wat keuzes maken is en wat het is om met geloofsmoed een stap te zetten. David is zich bewust van wat hij daar heeft geleerd. Je kunt in de geschiedenis van zijn strijd met Goliat lezen (1 Sam. 17:33-37) wat David aan Saul vertelt over zijn opleiding bijde schapen. Hij kent zijn lessen.

Herder

God noemt David hier iemand die Hij de opdracht gaf om te ‘weiden’. Dat wat geweid moest worden, wordt omschreven als het volk van God (dus mensen), maar ook als het erfdeel (namelijk het land Israël). Eenzelfde opdracht krijgt Petrus in Johannes 21:17. Ook daar krijgt Petrus die opdracht pas als Jezus bij hem heel diep de ‘hartsvraag’ heeft gesteld. Het gaat dus om een herderlijke rentmeestersopdracht.

Corrigeerbaar

Je kunt bij David zien dat hij niet alleen een oprecht hart had, maar vooral een corrigeerbaar hart. God kon erbij komen. David maakte fouten die je als leider nooit zou willen maken, maar hij was ook de man die zijn fouten aan God beleed en Gods vergeving heeft geaccepteerd en ervaren.

Bekwaam

David was bekwaam. Hij was een sterk leider met geestelijke moed en een bekwaam bestuurder.
David had overigens zeer veel bekwame helpers; niet alleen ‘Davids helden’, maar ook priesters, hofschrijvers, verschillende profeten en zieners. Je leest erover in 1 Samuël, maar ook in het eerste boek Kronieken.