Wie heeft de macht in de voedselketen?

Soms vertelt een plaatje meer dan duizend woorden. Het model hieronder gebruik ik al tientallen jaren, ook als ik spreek met boeren en tuinders. En meteen worden ze boos als ik ze laat zien hoe de ‘voedsel-zandloper’ voor de Nederlandse foodretail werkt. De macht ligt bij de 5 grote inkoopkantoren. Zie het model hieronder. Maar dat is niet het complete verhaal.

Maar die macht kan alleen worden uitgeoefend als er boven in het model ’teveel’ wordt geproduceerd. En dat klopt ook. De Nederlandse boeren en tuinders produceren zoveel dat ze daarmee wel 50 miljoen consumenten kunnen voeden. Veel meer dan de 17,8 miljoen die ons land telt. Daarom exporteren we ook zoveel. Maar gelijktijdig zijn er ook nog 26 andere EU landen die frank en vrij hun agrarische producten naar ons land willen en kunnen exporteren. De 5 supermarkt-hoofdkantoren hebben leveranciers dus voor het uitkiezen. Verdeel en heers, zo luidt het aloude adagium. En dat doen ze ook. Ontsnappen aan die ‘marktmacht’ van retail lukt alleen als er aan die bovenkant ‘schaarste’ is. Als er bijvoorbeeld meer vraag is naar een bepaald product dan dat er ‘aanbod’ is. Dat is ook de reden dat bijvoorbeeld tuinders proberen om met exclusieve rassen te zorgen dat er niet teveel geteeld wordt en ze hopen intussen dat de vraag naar dat unieke product groter is dan het aanbod. Want dan gaan de inkopers van de supermarktketens ‘smeken’ om geleverd te mogen krijgen.